Leidinggeven is mensenwerk en dat maakt het uitdagend en uniek. Geen mens is hetzelfde en de uitdaging om hierop in te kunnen spelen. Daarom is het als leidinggevende van belang om zelf flexibel te kunnen zijn in de manier waarop je teamleden aanstuurt.
Situationeel Leiderschap Model
Een van de bekendste modellen is misschien wel het Situationeel Leiderschap Model van Hersley en Blanchard. Hierbij gaat het er vooral om de juiste leiderschapsstijl in te zetten bij de juiste persoon op de juiste tijd.
Er wordt hierbij onderscheidt gemaakt in vier verschillende manieren van leidinggeven, namelijk: instrueren, overtuigen, ondersteunen en delegeren.
Hierbij zijn instrueren en delegeren vooral gericht op resultaat en de uitvoering van het doel, terwijl overtuigen en ondersteunen zich meer richten op de relatie met de teamleden.
Wanneer welke manier inzetten?
Je stemt je manier van leiding geven af op de competenties van je teamleden. Hierbij maak je een onderscheid tussen bereidheid en bekwaamheid:
– Als iemand wel bereid en wel bekwaam is, dan is delegeren de meest passende manier van leidinggeven.
– Als iemand niet bereid en wel bekwaam is, dan is overtuigen de meest passende manier van leidinggeven.
– Als iemand niet bereid en niet bekwaam is, dan is instrueren de meest passende manier van leidinggeven.
– Als iemand wel bereid en niet bekwaam is, dan is ondersteunen de meest passende manier van leidinggeven.
Hiermee sluit je het beste aan op de behoefte van de teamleden waardoor je het meeste resultaat kunt bereiken.
Elke manier van leidinggeven vraagt andere vaardigheden en hoe fijn is het om te ontdekken wat het beste bij jou als leidinggevende past!